Steden langs de Via de la Plata
Geschiedenis van Spanje
Spanje kent een lange en rijke geschiedenis. Van globaal de achtste tot de tweede eeuw voor Christus vestigden zeevarende handelsvolken van de kustgebieden van de Middellandse Zee, zoals de Feniciërs, de Carthagers en de Grieken, hier hun koloniën of handelsposten. In de tweede eeuw voor Christus kwamen de Romeinen en namen de handelsposten over. Ze koloniseerden het Iberisch Schiereiland en verdreven de oorspronkelijke bewoners, de Keltiberiërs. Ze noemden het land Hispania. Na de instorting van het West-Romeinse rijk in de vijfde eeuw kwamen de Visigoten en na hen de Moren, die in 711 vanuit Noord-Afrika de zee overstaken en het Schiereiland veroverden. Kort daarop begon de zogenaamde Reconquista, de herovering van het Iberisch Schiereiland door de katholieke koningen. Een klein koninkrijk in het noorden van Spanje, het koninkrijk van Asturië, had met de hulp van Karel de Grote de Moren weerstaan en van daaruit begon de herovering. In 1492 voltooide het koningspaar Isabella I van Castilië en Ferdinand II van Aragón de Reconquista met de verovering van Granada. Van 1936 tot 1939 woedde in Spanje een burgeroorlog die uiteindelijk gewonnen werd door generaal Franco. Hij vestigde een fascistische dictatuur, die tot zijn dood in 1975 duurde. Daarna werd de monarchie hersteld en werd Spanje een democratie.
De pelgrim die over de Via de la Plata trekt komt langs een parelsnoer van prachtige, oude steden, die deze geschiedenis reflecteren. Een aantal van deze steden, zoals Mérida, Cáceres en Ourense, zijn door de Romeinen gesticht, andere, zoals Sevilla, Salamanca en Zamora, bestonden al veel langer en zijn door de Romeinen overgenomen. Deze gaven hen vervolgens een Romeinse naam.
Bijzonder is dat veel van deze steden in een of meer periodes van de Spaanse geschiedenis een belangrijke rol speelden en dat is aan hun bouw en monumenten te zien.
Deze steden langs de pelgrimsroute zijn (van zuid naar noord):
Sevilla
Sevilla is natuurlijk een prachtige stad om je pelgrimstocht te beginnen. Het is ook al een heel oude stad. Al in de achtste eeuw voor Christus woonden er mensen op deze plek. De Romeinen noemden de stad Hispalis en de Moren Ishbiliyah. Van deze laatste naam werd later Sevilla afgeleid. De stad kende twee grote bloeiperiodes: ten tijde van de Moorse overheersing en later na de ontdekking van Amerika in 1492, toen Sevilla een monopolie had op de handel met de nieuwe koloniën. Prachtige monumenten uit deze periodes zijn: de Giralda, dat is de klokkentoren van de kathedraal die oorspronkelijk een minaret was die hoorde bij een moskee die op deze plek stond, de Reales Alcázares, het koninklijk paleis waaraan zowel de Moren als de katholieke koningen gebouwd hebben, en de schitterende kathedraal zelf.
De pelgrimsroute de Via de la Plata begint officieel bij de kathedraal, waar de pelgrim zijn eerste stempel kan halen.
Mérida
Mérida heeft een immens Romeins verleden. De stad werd in 25 voor Christus gesticht door de Romeinse keizer Augustus onder de naam Emerita Augusta. Al snel werd ze de hoofdstad van de Romeinse provincie Lusitanië en groeide uit tot een van de tien belangrijkste steden van het Romeinse rijk. In de stad zijn dan ook nog veel Romeinse resten te vinden, waaronder meerdere bruggen, de tempel van Diana, het theater, het amfitheater en het aquaduct.
De pelgrim komt de stad binnen over de oude, Romeinse brug over de Guadianarivier en loopt dan rechtdoor naar de prachtige Plaza de España in het centrum.
Cáceres
Al in het Paleolithicum leefden er mensen op de plaats waar later Cáceres zou worden gesticht. In de grot van Maltravieso zijn grotschilderingen aangetroffen die meer dan 60.000 jaar oud zijn. Deze zijn waarschijnlijk door Neandertalers gemaakt.
De stad zelf werd evenals Mérida in het jaar 25 voor Christus door de Romeinen gesticht en werd Norba Caesarina genoemd. De stad is vooral bekend door haar prachtige, geheel intact gebleven, door Moorse muren omgeven oude binnenstad. Hier staat ook de kathedraal van de Heilige Maria, die uit de 12e eeuw stamt. In 1170 werd in Cáceres de Ridderorde van Sint Jacob opgericht. Deze had tot doel de pelgrimswegen naar Santiago te beschermen en de christelijke koningen te helpen bij de Reconquista.
Salamanca
Salamanca is een bruisende universiteitsstad met maar liefst twee kathedralen en een schitterende Plaza Mayor. De stad werd in de pre-Romeinse tijd gesticht door de Kelten en in 220 voor Christus door de Carthaagse veldheer Hannibal ingenomen. Na de val van Carthago werd Salamanca een Romeinse stad en kreeg de naam Salmantica. Salamanca is beroemd vanwege haar universiteit die in 1218 werd gesticht. In de 16e eeuw begon men met de bouw van een nieuwe kathedraal gewijd aan de Hemelvaart van de Maagd Maria, die – heel ongebruikelijk – gewoon naast de oude verrees. De kathedraal kent laat-gotische, platereske en barokke elementen.
De pelgrim komt de stad binnen over de oude, Romeinse brug over de rivier de Tormes. Al verder wandelend komt hij langs de beide kathedralen en het prachtige Huis met de Schelpen (Casa de las Conchas) tenslotte uit op de barokke Plaza Mayor.
Zamora
Zamora ligt heel mooi op een heuvel die uitkijkt op de rivier de Duero. Ook deze stad werd door de Kelten gesticht. Nadat de Romeinen de Kelten hadden verslagen noemden zij de stad Ocelodurum, hetgeen Oog van de Duero betekent.
In de 11e eeuw veroverde koning Ferdinand I de stad definitief op de Moren. Daarna brak er een periode van grote bouwlust aan: in de volgende twee eeuwen werden er maar liefst 24 Romaanse kerken gebouwd, alsof de christelijke koningen een statement wilden maken tegenover de Moren. Hierdoor wordt Zamora ook wel het openluchtmuseum van de Romaanse bouwstijl genoemd. Onder de vele kerken is de kathedraal met zijn Byzantijnse koepel en stoere, vierkante klokkentoren; het heiligdom is gewijd aan El Salvador (De Verlosser). Verder is er een citadel die door de Moren in de 8ste eeuw is gebouwd.
Ook hier komt de pelgrim de stad vanuit het zuiden binnen, waarbij hij over de prachtige 14e eeuwse Puente de Piedra (Stenen Brug) over de Duero gaat.
Ourense
De oorsprong van de stad gaat terug naar de Romeinen en de hier aanwezige warmwaterbronnen, Las Burgas genaamd. De Romeinen bouwden hier een brug over de rivier de Minho. In de vroege Middeleeuwen werd Ourense in de strijd tussen de Moren en de christenen een aantal keren verwoest en weer opgebouwd. Bijzonder is de gotische kathedraal uit de 12e en 13e eeuw met het prachtige Paradijsportaal (Pórtico do Paraíso), dat in navolging van de Pórtico da Gloria van de kathedraal van Santiago werd gebouwd. Mooi is ook de Praza Maior met zijn neoklassieke stadhuis en zijn hoge huizen met arcades en grote, van glazen ruiten voorziene balkons.
Kijk in De Lokroep van de Camino voor nog veel meer informatie over bovengenoemde steden en hun geschiedenis, en naar monumenten die een bezoek waard zijn.